Kurkuma (Curcuma longa)
Ook bekend als kurkuma of gele gember, de gele wortel is een plantensoort binnen de gemberfamilie en komt oorspronkelijk uit Zuid-Azië. De sterke, knolvormige wortelstokken zijn intens geel en worden vers of gedroogd gebruikt als specerij, kleurstof of medicinale plant wanneer ze geschild zijn. In onze contreien is kurkuma vooral bekend als essentieel ingrediënt van kerriepoeder, maar in de moderne keuken wordt het ook steeds meer gebruikt als losse specerij.
Er zijn verschillende soorten kurkuma, die ofwel hoofdzakelijk als specerij ofwel als geneesmiddel worden gebruikt. Kurkuma bevat tot 5% essentiële oliën, waaronder zingiberene en tumerone, en tot 3% curcumine.
Kurkuma wordt op vele manieren gebruikt in de traditionele Indonesische geneeskunde, onder meer om het immuunsysteem te versterken, bij aandoeningen van de luchtwegen, uitslag en om infecties te voorkomen. De Arabieren brachten kurkuma in de Middeleeuwen naar Europa, waar het aanvankelijk uitsluitend als specerij werd gebruikt.
Tegenwoordig wordt kurkuma medicinaal gebruikt ter ondersteuning van de galproductie. Kurkuma heeft ook zijn waarde bewezen als cholesterolverlagende en geneeskrachtige plant met een leverbeschermende werking. Verschillende klinische studies hebben aangetoond dat het ingrediënt curcumine kankerremmende, antioxiderende en ontstekingsremmende effecten heeft. Recente studies hebben gekeken naar de mogelijke effecten van curcumine op ziekten als Alzheimer, Parkinson en taaislijmziekte.
Zonder twijfel is kurkuma een geneeskrachtige plant met een groot potentieel waar we nog veel over zullen horen. Reden te meer om hem vaker als specerij in ons dieet op te nemen.