Fenchel (Foeniculum vulgare)
De venkel is een schermbloemige en oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Hij kan tot 2 meter hoog worden. Tegenwoordig is venkel bij ons bekend als medicinale en specerijenplant. De bol wordt ook gebruikt als groente.
Zelfs in de geavanceerde beschavingen van de oudheid waren de venkelvruchten, de “venkelzaden”, bekend als geneesmiddel. Later schreef keizer Karel de Grote de teelt van venkel ten noorden van de Alpen voor. De grote artsen uit de Middeleeuwen en het begin van de moderne tijd noemen venkel een bijzondere geneeskrachtige plant voor uiteenlopende gezondheidsaandoeningen. Pastoor Kneipp prees de werking van venkelthee, vooral bij hoest, longaandoeningen en als krampstillend middel bij kinkhoest en astma.
De werkzame bestanddelen zijn te vinden in de zoete venkelvruchten, die een zeer hoog gehalte aan essentiële oliën bevatten (50 – 70 % anethol, 12 – 18 % fenchone). Deze hebben ontstekingsremmende eigenschappen. Venkel wordt vooral gebruikt als beproefd, verzachtend hoestmiddel, omdat het een slijmoplossend en ontzwellend effect heeft op de luchtwegen. Daarnaast stimuleert venkel de spijsverteringsklieractiviteit en de eetlust en werkt het winderigmakend. Net als anijs bevordert venkel ook de borstvoeding. Het is daarom populair bij vrouwen die borstvoeding geven in de vorm van venkelthee.