Dille (Anethum graveolens)
De dille, ook bekend als komkommerkruid, is een schermbloemige die oorspronkelijk uit het Nabije Oosten komt.
De antibacteriële en ontstekingsremmende werking van de zaadolie werd al in de klassieke oudheid gebruikt. In de Middeleeuwen werd dille gekweekt in kloostertuinen en gebruikt voor allerlei kwalen. Het werd gebruikt bij spijsverteringsstoornissen zoals maag- en darmkrampen, bij hoofdpijn, om de lactatie te stimuleren, om de zenuwen te kalmeren en om de slaap te ondersteunen.
Tegenwoordig wordt dille bijna uitsluitend gebruikt als specerij. De volksgeneeskunde beveelt het ook aan in de vorm van thee als zitbad tegen baarmoederkrampen. Dillezaden bevatten tot 8% essentiële oliën, vooral carvon en limoneen, alsook coumarine en cafeïnezuurderivaten. Deze bestanddelen zijn verantwoordelijk voor de spijsverteringsbevorderende, ontstekingsremmende en krampstillende werking in het spijsverteringskanaal, vergelijkbaar met karwij.
Recente studies wijzen erop dat dillezaad progesteronbevorderend werkt, wat het in de volksgeneeskunde beschreven gebruik bij cyclusstoornissen en onvruchtbaarheid zou ondersteunen. Een effect op het immuunsysteem wordt ook besproken.