Weegbree (Plantago lanceolata)
De welbekende ridderweegbree is wijdverbreid in Midden-Europa. Hij groeit langs bermen en in weilanden. De geneeskrachtige plant uit de weegbree-familie kan tot 40 cm hoog worden.
Het hele kruid wordt voor medicinale doeleinden gebruikt. De waardevolle bestanddelen zijn 2 – 3 % iridoïden (glycosiden), tot 6 % slijmstoffen, tannines, flavonoïden en essentiële olie. De slijmstof heeft een verzachtende werking, de tannines hebben een adstringerende werking en de iridoïden hebben een antibacteriële werking. Verder heeft ribkruid ontstekingsremmende en wondhelende eigenschappen. Het stimuleert ook de productie van interferon in het lichaam en verhoogt zo de weerstand tegen virussen in de luchtwegen.
De belangrijkste toepassingsgebieden voor preparaten van ribkruidweegbree (gemalen middel, vloeibaar extract of vers plantenperssap) zijn catarre in de luchtwegen, ontsteking van de slijmvliezen van mond en keel en ontstoken huidlaesies.
In de volksgeneeskunde heeft ribkruidweegbree echter niet alleen een lange traditie als hoestmiddel. Gekneusde bladeren die rechtstreeks op open wonden worden gelegd hebben een hemostatische werking en worden gebruikt voor de eerste wondverzorging. De geneeskrachtige plant wordt ook gebruikt om insectenbeten te behandelen.