Pompoen (Cucurbita pepo)
De pompoen is een van de oudste cultuurplanten van de mensheid en wordt al meer dan 8000 jaar geteeld. Hij vindt zijn oorsprong in Noord- en tropisch Midden-Amerika. Tegenwoordig gebruiken we verschillende variëteiten van de tuinpompoen in onze keuken. Maar niet alleen het vruchtvlees wordt geconsumeerd, ook de pompoenpitten worden beschouwd als een gezonde lekkernij als ze worden geschild en gedroogd. Pompoenzaadolie, die een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren bevat, wordt regionaal geproduceerd uit de zaden van bepaalde variëteiten.
Speciale rassen van de tuinpompoen worden beschouwd als “medicinale pompoenen” vanwege hun hoge gehalte aan werkzame bestanddelen. De waardebepalende bestanddelen van deze zaden zijn voornamelijk plantenhormonen, de fytosterolen. Daarnaast zijn pompoenzaden rijk aan vitamine E, carotenoïden, verschillende aminozuren, selenium en zink. Gestandaardiseerde extracten van pompoenzaden worden meestal gebruikt voor medicinale doeleinden.
De zaden van de medicinale pompoen hebben ontstekingsremmende, antimicrobiële, diuretische, blaasversterkende, drainerende en celbeschermende effecten. Ze beïnvloeden de lediging van de urineblaas en worden daarom in de menselijke geneeskunde gebruikt, vooral bij een geïrriteerde blaas en bij leeftijdsgebonden goedaardige prostaatvergroting.
In de volksgeneeskunde worden de zaden van de pompoen niet alleen gebruikt voor de symptomatische behandeling van urineklachten, maar ook voor hart- en nierproblemen, maag- en darmziekten en wormbesmettingen.