Vogelkruid (Polygonum aviculare)
De duizendknoop is vaak te vinden langs bermen in de gematigde streken van de wereld. Vroeger werd het kruid aan varkens gevoerd vanwege het gehalte aan voedingsstoffen.
De vogel duizendknoop is rijk aan tannines en bevat ook flavonoïden (waaronder avicularine), tot 1% kiezelzuur, slijm en hars. Het gedroogde kruid wordt gebruikt als thee of afkooksel.
De adstringerende werking van het tannine middel is bekend, daarom wordt het gebruikt bij ontstekingen van de slijmvliezen van mond en keel en in de traditionele geneeskunde ook uitwendig, bij wonden en bloedingen. De kruidendokter Kneipp raadde kompressen met een afkooksel van vogelkruid aan voor slecht genezende wonden zoals open benen. De geneeskrachtige plant wordt ook gebruikt voor lichte catarre van de luchtwegen. Het is een ingrediënt van sommige hoesttheeën.
In vitro studies tonen aan dat knapweed een zogenaamde ACE-remmer is. Dit betekent dat het mogelijk nuttig zou kunnen zijn bij hoge bloeddruk en chronisch hartfalen.